Autisten: briljant en onmogelijk?
Gepubliceerd op maandag 13 september 2010
Zodra bedrijven te weinig personeel hebben, komen medewerkers ‘met een vlekje' in beeld. Mensen met ASS (autisme spectrum stoornis) hebben moeite met verandering en zijn sociaal niet sterk. Maar zij kunnen geweldig analyseren en structureren. Hoe boren we hun rijke kennisbron aan?
Roland Angenent is uitvinder. Hij wordt mateloos geboeid door ‘technische structuren'. Voor voetbal op straat had hij als kind geen enkele belangstelling. Kleine Roland koos voor lego, de chemiedoos en microscoop. Van zijn passie maakte hij na zijn studie (Chemische Technologie) zijn beroep. Bureau Angenent bedenkt probleemoplossende producten, systemen en processen.
Zijn klanten lopen met hem weg. Angenent komt namelijk altijd met oplossingen waar niemand anders aan denkt. Dat gaat eigenlijk vanzelf. Hij is geboren met het syndroom van Asperger, een milde vorm van autisme. Zijn hersenen zitten anders in elkaar dan die van ‘gewone' mensen. Daardoor worden er andere verbindingen gelegd en komen er andere oplossingen tevoorschijn. Simpel. Wat hij daarvoor moet doen? ‘Goed naar het probleem van de klant luisteren. Een uur of een dag later verschijnt de kant-en-klare oplossing ineens in mijn hoofd. Ping!'
Overgevoelig voor prikkels
Zijn gave leverde hem erkenningen, patenten en prijzen op. Maar zijn voordeel heeft ook een nadeel. Angenent: ‘Ik ben sociaal niet sterk. Mijn emoties zijn niet gerelateerd aan de emoties van anderen. Gewone mensen voelen intuïtief aan of iemand blij of verdrietig is. Dat heb ik niet. Ik blijf altijd mister Spock aan de zijlijn.'
Wat hij mist aan inlevingsvermogen, moet hij compenseren met zijn verstand. Voortdurend moet hij nadenken over wat hij gaat zeggen en doen. Vooral in een informele setting. ‘Een lezing of vergadering gaat prima. De borrel erna is een ramp.' Het is allemaal knap vermoeiend. Angenent heeft veel tijd nodig om alleen te zijn en dingen te verwerken. Verder is hij overgevoelig voor sensorische prikkels. Hij kan geen twee informatiestromen tegelijk aan. Als de radio ergens aan staat, kan hij niet meer goed nadenken.
Door zijn gebrek aan flexibiliteit is functioneren in een organisatie moeilijk. Hij probeerde het meerdere malen. Zolang hij kon doen wat hij leuk vond, en de baas hem met rust liet, ging alles prima. Hij deed zelfs veel meer dan wat er verwacht werd. Ooit schreef hij een compleet kwaliteitshandboek voor een bedrijf dat hem als procestechnoloog in dienst had. Voor een ander bedrijf ontwierp hij computerprogramma's en maakte hij testplannen. Daar was hij aangenomen als programmeur. Ondanks zijn waardevolle productie hield hij het nooit lang uit. Als de baas autoritaire trekjes begon te vertonen, of iets van hem vroeg dat hij niet leuk vond, nam hij meteen ontslag. Sinds 1981 is hij eigen baas.
Verkeerde diagnose gesteld
Mensen met ASS (autisme spectrum stoornis) hebben vaak onmiskenbare kwaliteiten. Ze zijn briljant met cijfertjes, weten alles van computers, kennen het Nederlandse wegennet (of telefoonboek) uit hun hoofd. Hun gaves zouden goud waard zijn voor veel bedrijven. Vaak voeren de beperkingen echter de boventoon. Autisten zijn asociaal en kunnen niet improviseren. Soms vertonen ze dwangmatig gedrag. Soms zijn ze in de ban van één thema, zoals schaken, dinosaurussen of astronomie. Wat moet je ermee?
Er zijn verschillende vormen van autisme. Naast klassiek autisme, het syndroom van Asperger en PDD-NOS zijn er zeldzame, zeer ernstige aandoeningen als de syndroom van Rett en het syndroom van Heller. ‘In zijn algemeenheid kunnen best veel mensen met autisme prima functioneren. Ze hebben wel een stukje begeleiding nodig', stelt autisme-deskundige professor Rutger Jan van der Gaag van UMC St. Radboud. We zouden meer moeten weten over wat ze wel en niet kunnen, vindt Van der Gaag. Dan zouden we ook beter gebruik kunnen maken van hun kwaliteiten.
Volgens de Nederlandse Vereniging van Autisten (NVA) heeft van de ongeveer 160.000 autisten in Nederland zo'n 20 procent een verstandelijke beperking. Hoeveel van de overige 130.000 zitten werkloos thuis en zouden best iets kunnen doen? Fred Stekelenburg van de NVA: ‘Lastige vraag! Het is niet precies bekend omdat er geen goed onderzoek naar is gedaan. Bij lang niet alle mensen met autisme is de diagnose daadwerkelijk vastgesteld. Een deel heeft ooit een verkeerde diagnose gekregen, bijvoorbeeld schizofrenie. Een ander deel heeft geen tot weinig problemen. En dan is er nog een deel dat zonder diagnose op straat leeft.'
Doorsnee-autist bestaat niet
Autisten op de werkvloer? De NVA verwijst naar een enquête onder 2.275 leden uit 2008. Ook het thema arbeid kwam aan bod. Van de volwassenen uit de steekproef blijkt een op de vijf geen structurele dagbesteding te hebben. Bijna de helft is afhankelijk van de WAJONG, een uitkering voor jongere gehandicapten. Ruim een kwart verdient een eigen inkomen. Mensen met ASS zijn werkzaam in de meest uiteenlopende sectoren. Stekelenburg noemt de automatisering, land- en tuinbouw, onderwijs, archiefwerk in bibliotheken en onderzoek op universiteiten. Ook artsen, laboranten, advocaten en ingenieurs kunnen autisme hebben, net als freelance vertalers, trainers en tekstschrijvers.
Mogelijkheden genoeg dus. Maar hebben werkgevers het geduld voor de noodzakelijke begeleiding? Stekelenburg: ‘Dat is de vraag. Volgens mij is er voor elke persoon met autisme wel een plek te vinden als het werk op maat wordt gemaakt. Er is behoefte aan kennis en ervaring bij de begeleiders. Je moet het werk zoeken bij de persoon. En niet de persoon bij het werk. In onze samenleving functioneert het vaak andersom.'
Van der Gaag stelt net als Stekelenburg dat ‘talloze' mensen met ASS geschikt zouden zijn voor arbeid. Het gaat erom dat de banen worden toegesneden op de mogelijkheden en beperkingen. De professor hamert op gelijkwaardigheid: ‘Werkgevers moeten niet ‘voor' mensen met ASS denken maar ‘samen met' hen kijken wat werkt. De doorsnee-autist bestaat namelijk niet. De verschillen zijn enorm. Elk individu heeft een eigen informatieverwerkingsstoornis. De een zal behoefte hebben aan een aparte werkruimte en schriftelijke overdracht, de ander wil juist een mondelinge toelichting met een geschreven schema.'
Geen grapjes maken
Begeleiding op maat lijkt de oplossing. Wat houdt dat in de praktijk in? We informeren bij Specialisterren. Dit bedrijf test software voor RTL Nederland en VStep, een ontwikkelaar van websites en games. Bij Specialisterren werken nu acht mensen met een autistische stoornis (zes met Asperger en twee met klassiek autisme). Algemeen-directeur Hans Manders gelooft heilig in hun kwaliteiten: ‘In 2014 willen we er 150 in dienst hebben.'
Manders doet er alles aan om het zijn personeel naar de zin te maken. Specialisterren is sinds begin dit jaar gevestigd in een oud gymzaaltje in een Nieuwegeinse woonwijk. Daar heeft Manders een ‘prikkelarme omgeving' laten bouwen. De airco ronkt niet. De vloer kraakt niet. De deur piept niet. Er wordt niet gerookt. De ramen zijn voorzien van ondoorzichtig folie om visuele prikkels van buiten te beperken. Manders heeft ook een machine laten installeren die ruis produceert om bijgeluiden te dempen. Verder zijn er schotten tussen de bureau's gebouwd. Ieder zijn eigen cocon!
Daarmee zijn we er nog niet. Ook met grapjes maken moet de directeur opletten: ‘Er is hier eigenlijk geen plek voor humor. Ze nemen alles letterlijk. Ik moet het expliciet aangeven als ik een grapje maak.' Maar het grootste probleem is stress door tijdsdruk. Wat heeft Manders daarop bedacht? ‘Er hangt hier één klein klokje. Als we examens hebben, gaat dat klokje altijd van de muur. Anders worden ze helemaal gek. Verder hoeven onze mensen nooit naar de klant toe. Ze werken altijd hier op kantoor. Op vaste tijden. Elke dag van negen tot vier. Door zulke maatregelen houden we stress bij hen weg. Als een klant een project snel opgeleverd wil hebben? Dat is dan een probleem voor de projectmanager.'