Waarom talent liever werkt in het mkb
Gepubliceerd op donderdag 20 oktober 2016
Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) verwacht een werkgelegenheidsgroei in de techniek van jaarlijks 2,2 procent tot 2020. Dat zijn 40.000 extra banen. Ondertussen is technisch personeel schaarser dan ooit. Talent wordt door grote bedrijven met veel geld en recruitmentgeweld van de school geplukt. Jammer, want het mkb heeft hen veel te bieden.
Op verjaardagsfeestjes kom je ze tegen. Ze zien er vermoeid uit. Na een paar glazen wijn komen ze los. Hun baan bij Shell, Philips, Akzo, BAM, Heijmans, Croon of Homij (of welk ander groot bedrijf dan ook) valt hen zwaar na de zoveelste reorganisatie, het zoveelste teleurstellende functioneringsgesprek, de negatieve bedrijfsresultaten, aanhoudende geruchten over ontslag, onhaalbare targets, overbodige regels en betweterige managers. Vooral dat laatste. En wéér is er een nieuwe manager aangesteld die nooit ergens tijd voor heeft (maar wel allerlei nutteloze procedures verzint).
Nee, dan het midden- en kleinbedrijf. Als je goede ideeën hebt, weet je bij wie je moet aankloppen. Niet tevreden over je salaris? Een gesprek met de baas is snel geregeld (en er wordt nog naar je geluisterd ook). Je hebt afwisselend werk, bent lekker breed inzetbaar en wordt niet belemmerd door knellende functieprofielen. Je persoonlijke prestaties zijn meteen zichtbaar. Kortom: in het mkb kun je het verschil maken. En dat is wel zo prettig. Hieronder de vier belangrijkste pré's waarmee kleine bedrijven nieuw personeel over de streep kunnen trekken.
1. Geen lastige managers
Zelf bepalen hoe je je werk doet blijkt aantoonbaar effectief. Maar laat dit nou net de taak van de manager zijn. Managers zijn aangesteld om jou te vertellen wat jij moet doen, hoe je het moet doen, wanneer je klaar moet zijn en wat er gebeurt als je werk niet aan de verwachtingen voldoet. Manager zijn is een aantrekkelijke propositie. Dat zien we aan de enorme aantallen studenten die elk jaar weer kiezen voor een studie bedrijfskunde. Managers hebben status en een hoog salaris maar hun toegevoegde waarde is discutabel. Filosoof Ben Kuiken: "Van de totale kosten van een organisatie gaat gemiddeld 30 procent naar de managers, terwijl zij eigenlijk geen bijdrage leveren aan het eindresultaat." Kuiken heeft het over grote bedrijven. In het mkb zien we ze vrijwel niet, de managers in hun vlotte pak, met praatjes over targets, nul-metingen, human capital, veranderopgaves, key issues en -wat kan ons het schelen- gebrek aan passie. Wat een opluchting! In kleine bedrijven bepalen medewerkers zelf hoe ze hun werk doen. Logisch. Niemand weet het beter dan zij.
2. Minder regels, meer eigen initiatief
De kleine aannemer Kesselaar & Zn. werd in 2012 uitgeroepen tot het slimste bedrijf van Nederland. De dertig medewerkers hebben geen functieomschrijvingen. "Dat is omdat we allemaal moeten leren om over onze discipline heen te stappen", stelt directeur René Kesselaar. "Een gebouw bouwen we samen. Regeren doen we hier niet vanuit de top maar vanaf de werkvloer. Iedereen hier is verantwoordelijk. Wat gebeurt er als je het niet doe? Wat gebeurt er als je het eerder oppakt?" Kesselaar wilde een bedrijf neerzetten dat het radicaal anders doet. Hij wilde mensen betrekken zodat het bedrijf echt van hen wordt. De manier waarop is opmerkelijk. Kesselaar in de VPRO-documentaire Tegenlicht: "Ik ga zelf vaak vissen of met mijn hond wandelen. Ze regelen hier alles zelf: planningen, offertes, begrotingen, calculaties en opleveringen. Dat is een groot verschil met van bovenaf horen wat je moet doen." Voor deze vooruitstrevende directeur hoeft Kesselaar & Zn. niet elk jaar meer omzet te draaien. Als het proces elk jaar beter wordt, is hij ook tevreden. Welnu, de grap is dat Kesselaar & Zn. groeit als kool.
3. Persoonlijke aandacht
"Persoonlijke aandacht", zegt managing-consultant Henk Beens van TechRecruitment resoluut op de vraag waarom technisch talent juist voor kleine bedrijven zou kiezen. TechRecruitment detacheert vakmensen in de bouw, industrie, metaal en techniek, zowel bij kleine als grote bedrijven. Beens heeft dus vergelijkingsmateriaal (en werkte bovendien zelf jarenlang op de bouw). Beens: "In een klein bedrijf ben je geen nummer. Je werkt in een hecht team en bent op elkaar aangewezen. Als het niet klikt, dan ben je snel weg. Klikt het, dan word je opgenomen in het team. In grote bedrijven moet je al geluk hebben met de afdeling waar je terechtkomt. Je kunt in de anonimiteit blijven, of tussen de wal en het schip raken. Dat is onmogelijk in een klein team, waar persoonlijke aandacht de normale gang van zaken is."
4. Brede inzetbaarheid, meer groeikansen
Klikt het met het team in een klein bedrijf? Dan valt de nieuwe medewerker met de kont in de boter. Ineens ontstaan er tal van kansen om te leren en te groeien. Henk Beens van TechRecruitment schetst de situatie in kleine bedrijven, waar afwisseling normaal is. Wekenlang alleen kabels trekken? Wekenlang buizen leggen? Dat is hoogst uitzonderlijk in het mkb. Beens: "Op de grotere bouw is alles voorgekauwd in een BIM-ontwerp. In de werkplaats wordt alles kant-en-klaar in elkaar gezet en de monteurs plaatsen de pakketten op locatie. Neem nou een groot hotel. De monteur begint bij kamer 1, is na drie weken bij kamer 140 en begint weer in kamer 1 met het volgende klusje. Heeft hij een schroefje over? Komt hij een schroefje tekort? Dan heeft hij zijn werk niet goed gedaan. Nou, daar wordt lang niet iedereen gelukkig van. Het biedt weinig mogelijkheden om door te groeien. Dat doorgroeien is nou net het grote voordeel van kleine bedrijven."