Gerenoveerde Kunsthal was zo lek als een mandje
Gepubliceerd op vrijdag 31 januari 2014
Op 1 februari werd de Rotterdamse Kunsthal heropend na een zeven maanden durende renovatie. De energielekken in het markante pand werden met kunst en vliegwerk gedicht. Dat was hard nodig. De energierekening steeg tussen 2005 en 2009 van 100.000 naar 256.000 euro per jaar. Installatiebedrijf Roodenburg werd ingeschakeld om het gedateerde energielabel G uit de boeken te installeren.
Rem Koolhaas, een fenomeen als architect en een van onze beroemdste ‘exportproducten', had van duurzaam bouwen geen kaas gegeten. Dat mogen we wel stellen als we de energetische staat van de Rotterdamse Kunsthal langs de duurzaamheidsmeetlat leggen. Twintig jaar nadat Koolhaas het markante museum aan de Westzeedijk ontwierp, moeten alle glasgevels worden vervangen door glas dat beter isoleert. De technische installaties moeten compleet worden gerenoveerd en de aaneengeschakelde ruimtes moeten worden opgedeeld in compartimenten, zodat er beter gestuurd kan worden op klimaat, comfort en energiebeheersing.
Zoals elk nadeel zijn voordeel heeft, heeft ook deze noodzakelijke ingreep een keerzijde waar menig installateur en gebouwbeheerder graag mee thuis zou komen. Er moet state of the art installatietechniek aan te pas komen om de besparingsambities van de opdrachtgever (gemeente Rotterdam) en de gebruiker (stichting Kunsthal Rotterdam) te realiseren en het gebouw weer efficiënt te maken. Installatiebedrijf Roodenburg uit Krimpen a/d IJssel, specialist in het verduurzamen van bijzondere gebouwen, mag de puzzel kraken en de eer van de technische branches hoog houden.
Trillend plafond
Zoals een slimme voetbaltrainer een nieuwe uitdaging ziet bij een club die even wat minder presteert, zo koos installatiebedrijf Roodenburg voor het verduurzamen van een gebouw waarvan de energierekening nauwelijks meer te betalen was. Directeur Emily Ansenk sprak daar onlangs de gezamenlijke vakpers over bij. Ansenk: "In 2009 hadden wij hierover al contact met Roodenburg. De energierekening was dat jaar opgelopen naar 256.000 euro, terwijl we in 2005 nog 100.000 euro betaalden. De subsidie steeg ondertussen niet mee. Destijds hebben we ook Rem Koolhaas van architectenbureau OMA aan tafel gevraagd. Samen met Eneco en Dura Vermeer hebben we de basis gelegd voor deze renovatie. We hadden energielabel G en gaan flink wat sprongen maken."
De plannen lagen een paar jaar op de plank. Maar nood breekt wet. De techniek functioneerde zó slecht dat de exploitatiekosten de pan uit rezen. We nemen u even mee. Elke zaal van de Kunsthal was voorzien van een luchtbehandelingsunit. Ongeveer 50 procent van de lucht kon daarmee worden gerecirculeerd, het resterende deel (40.000 m³ per uur) moest worden aangezogen van buiten en bevochtigd. Dat kostte handenvol geld, ook omdat de bevochtigde lucht linea recta het immense (en overdag niet gebruikte) auditorium in stroomde. Dat leek op water naar de zee dragen.
De stadsverwarming functioneerde goed (en zal dat ook straks blijven doen) maar de conventionele koelmachines waren twintig jaar oud en haalden te weinig rendement voor deze tijd. Roodenburg plaatste een warmtepomp met warmteterugwinning uit de installatie. Verder wordt in de nieuwe situatie een CO?-regeling toegepast waardoor gestuurd kan worden op CO?-behoefte. Ook de regeltechniek wordt vervangen. Een van de grote winstpunten is straks in elk geval dat er veel minder lucht van buiten hoeft te worden aangezogen.
Technisch adviseur John Vieveen van Roodenburg kent het gebouw al jaren. Op alle belangrijke technische beslissingen drukte hij zijn stempel. Hij was verbaasd wat hij aantrof op de werkvloer. Vieveen: "De technische problemen waren nogal apart. Het plafond in hal 1 bleek opgehangen te zijn aan de luchtkanalen. Als er lucht doorheen werd geblazen, ging het plafond trillen. Ik heb dat gezien op de expositie van Jean Paul Gaultier in februari. Er hingen projectoren aan het plafond. Daarmee werden gezichten geprojecteerd op sprekende poppen. Die gezichten waren niet altijd scherp omdat de projectoren op en neer gingen."
In een museum mag zoiets eigenlijk niet kunnen. In de nieuwe situatie gebeurt het ook niet meer. Het plafond in hal 1 is opgehangen aan de constructie van het gebouw en niet meer aan de luchtkanalen. Dat is een prettig idee voor exposerende kunstenaars, die straks van trillende plafonds in elk geval geen last meer hebben.
Bejaard regelsysteem
Eneco gaat straks de energie die gebruikt wordt voor stadsverwarming en elektra vergelijken met het verbruik in de voorbije jaren. De meterstand wordt bepalend. Mocht de energiewinst tegenvallen, dan is dat een probleem van het consortium (zie kader) van Eneco, Dura Vermeer en Roodenburg. Zij gaan de prestatieafspraak aan voor een energiebesparing van 30 procent.
Overigens is het niet alleen de hoge energierekening geweest die noodzaakte tot deze ingrijpende renovatie. John Vieveen verduidelijkt: "Het onderhoud werd ook veel te duur door de verouderde materialen, waar vaak geen onderdelen meer van te krijgen waren. Het regelsysteem was twintig jaar oud. Digitaal weliswaar maar volledig uit de tijd. Vergelijk het met een 80/86 processor. Daar kun je ook niet meer mee aankomen."
Er valt een wereld te winnen voor installatiebedrijf Roodenburg, dat als bouwer van ‘hoogwaardige, verantwoorde en innovatieve installaties' met dit project weer een paar levels zal stijgen in de pikorde. Directeur Rene Roodenburg: "Wij hebben voor de gemeente Rotterdam in het verleden nogal wat lastige klussen aangepakt. Als ergens de techniek niet goed functioneerde, kregen wij de boel weer aan de praat. Denk aan bijzondere gebouwen als het gemeentearchief, Cruise Terminal Rotterdam en het Natuurhistorisch Museum. Toen de Kunsthal ter sprake kwam, stonden wij bovenaan het lijstje. We mogen weer laten zien wat we kunnen. Voor het geld hoeven we het niet te doen. We investeren hierin om onszelf als duurzame specialist op de kaart te zetten."